Oesterschelpen

In gezond water bruist het van leven, maar in Nederland hebben we onze wateren lange tijd vooral gebruikt voor scheepvaart, riool en de aan- en afvoer van regenwater. Men wilde strakke, lege watergangen met verharde oevers. Oftewel lange lege ‘bakken’ met water. Zonder plekken waar vissen en waterinsecten zich kunnen verstoppen en hun voedsel kunnen vinden.

Om al dat leven onder water weer terug te brengen, moeten we beginnen met het terugbrengen van structuur. Zodra er structuur wordt geplaatst ontstaat er een explosie van leven. Waterinsecten, wieren en mosselen hechten zich namelijk aan structuur. Dat brengt voedsel voor vissen, die zich ook kunnen verstoppen. En vissen trekken weer vogels en andere roofdieren aan.

Oesterschelpen zijn perfect om structuur terug te brengen. Amsterdam ligt namelijk op de overgang van zoet (Amstel) naar zout (’t IJ, Noordzeekanaal). In deze zone komen van nature oesters voor. Het is dus een passend materiaal. De oesterschelpen zijn hard en vormen een prettige basis voor bijvoorbeeld zoetwatermosselen om zich aan te hechten. Deze mosselen filteren het water en tussen de mosselen leven weer allerlei insecten. Wanneer schelpen in korven worden geplaatst, vormt het ook een soort rif waar visjes in en rond leven. Over langere tijd breken de oesterschelpen af en spoelen ze terug naar zee. Een circulair verhaal dus!

Tijdens Het Oesterfestival zamelen we alle lege oesterschelpen in, om zo het onderwaterleven in Amsterdam te verbeteren!

Winkelwagen